De tangentiële voederstroom is een van de belangrijkste kenmerken van de PÖTTINGER IMPRESS. Het voer wordt daarbij over de rotor getransporteerd en tangentieel naar de perskamer geleid. Deze ongestoorde, rechtlijnige voederstroom, zonder omleidingen van het voer, spaart niet alleen het voer, maar zorgt daarnaast voor een geringere vermogensbehoefte en een groter debiet.
1 Gestuurde pendelende pick-up
Krachtige verwerking van alle gewassen
2 LIFTUP-bovenrotor
Groot debiet
3 Bovenliggende snij-inrichting
De messleuven en de bescherming blijven schoon
4 Schraaprotor(kanaal)
Houdt de netaanvoerzone schoon
5 Startwalsen
Voor een betrouwbare baalstart
Perfecte contouraanpassing – dankzij een pendelafstand van 120 mm aan beide zijden – is de onderscheidende eigenschap van de IMPRESS pick-up. Dankzij de curvebaanbesturing van de 5 rijen tanden kan de pick-up langzamer draaien en wordt het voeder helemaal naar de rotor gebracht. Bij contact met de bodem zijn de slepend aangebrachte tanden minder agressief, zodat er minder ruwe as wordt opgenomen.
Door de behoedzame overdracht van het voeder aan de rotor wordt het voeder minder uitgekamd, wat zorgt voor een betere kwaliteit van de snede. Door het voorzichtige oprapen treden er ook minder kruimel- resp. opraapverliezen op. De rotor neemt het voeder betrouwbaar aan, zorgt voor een trekkend snijproces en optimale snijkwaliteit. Bij de IMPRESS wordt het voeder gedragen door de rotor en niet over de vloer van de rotor geschoven. Door de tangentiële gewasstroom wordt het geoogst gewas gewoon opgenomen in de rotatie van de baal. De rotor hoeft het niet in de baal te persen. Dit beschermt het voeder en het materiaal.
Hoe korter de snijlengte, hoe breekbaarder het materiaal en hoe hoger het risico dat er in de perskamer kruimelverliezen ontstaan. Er kan materiaal tussen de walsen en riemen vallen. De IMPRESS leidt de kostbare verliezen die in de voorste perskamer optreden echter via een schacht en een rotor actief terug naar de gewasstroom. Een verwijderbare bodemplaat aan de onderkant zorgt ervoor dat het materiaal niet kan ontsnappen uit de kamer. Vooral bij variabele modellen kunnen de verliezen zo worden beperkt tot een minimum.