Aan het einde van de oogstketen moet al het voeder dat op het veld ligt, op het zwad worden gebracht. Alleen het voeder dus. Het hark- en opnameverlies moet zo klein mogelijk worden gehouden, terwijl tegelijkertijd moet worden voorkomen dat er vuil in het voeder terechtkomt.
Daartoe mogen de tanden van de hark het voeder niet over de grond slepen, maar moeten ze het een beetje optillen. De afstand tussen de tanden en de bodem moet 3,5 cm bedragen aan het begin van het harkproces en 2 cm aan het einde van het harkproces. Deze welving naar de zwadzijde toe garandeert schoon harkwerk met een zo gering mogelijke vuilindringing over de gehele werkbreedte tot aan de afleg op het zwad. Om ervoor te zorgen dat de ingestelde afstand onder alle bedrijfsomstandigheden wordt aangehouden, is een uitgekiende bodemvolging vereist.
Met onze TOP zwadharken kunt u het voeder zonder verontreiniging op het zwad harken dankzij de unieke bodemvolging en de precieze rotorkanteling op de tandemassen van het harkonderstel.
De tastwielen van het binnenste onderstel van een zwadhark reageren pas op naderende oneffenheden in de bodem als het al te laat is voor de tanden. Ongeacht of het een onderstel met drie of met zes wielen betreft, door de breedte van de tandenkam grijpt het voorste wiel slechts ongeveer driekwart meter achter de aangrijping van de eerste tand aan.
Het enige dat hier helpt is een tastwiel dat voor de tanden loopt. Het MULTITAST wiel van PÖTTINGER detecteert oneffenheden in de bodem in een vroeg stadium en brengt de rotor omhoog in geval van een helling. Het zorgt voor de optimale afstand tussen de tanden en de bodem. Samen met een breed rotoronderstel is een soepele loop van de rotoren gegarandeerd.
De PÖTTINGER-tanden zijn naar voren gekanteld, dus licht ingesteld voor grip. Door deze constructie schept u het voeder actief van de bodem af, zoals met een hooivork. Het daaropvolgende voeder duwt het ongehinderd langs de tandpoten naar boven. Zo wordt het voeder niet over de hele werkbreedte over de bodem versleept. Het binnendringen van vuil en kruimelverliezen worden sterk geminimaliseerd.
Het bijzondere van de PÖTTINGER tanden is dat ze direct onder de tanddrager naar de bodem geleid worden en slechts een lichte zwenking vereisen. Daardoor komen ze niet omhoog bij grote voedermassa's. Ze pikken het voeder grondig op, zelfs onder moeilijke omstandigheden.
De groot gedimensioneerde curvebaan met een diameter tot 420 mm vormt de basis voor losse zwadafleg. De grote curvebaandiameter en een optimale stuurhoek zorgen voor een soepel uitnemen van de tanden uit het zwad waardoor het zwad op een luchtige manier kan worden neergelegd. Dit betekent dat het voeder tijdig kan worden geoogst en dat het zwad nog kan drogen in de wind.
De curvebaan is traploos instelbaar. Dit maakt een flexibele aanpassing aan verschillende voedergewassen of oogstmethoden mogelijk.
"Ik run een biologische boerderij van 120 hectare. Daarnaast fok ik schapen en heb ik een loonbedrijf. Hier gebruik ik de TOP 1252 C. Om doeltreffend en schoon te kunnen oogsten, zijn een zuivere zwadvorm en een goede harkkwaliteit cruciaal, iets waaraan deze hark perfect voldoet. Omdat de kwaliteit van het voeder voor mijn klanten van cruciaal belang is, heb ik mijn hark uitgerust met het MULTITAST-wiel."
Dominik Anzengruber, Geiersberg | Oostenrijk