De middenophanging van de maaibalken maakt een pendelbereik tot +/- 22,5 ° mogelijk en zorgt voor een perfecte bodemaanpassing.
De traploos instelbare, hydraulische ontlasting zorgt gelijktijdig voor een optimale oplegdruk over de gehele maaibreedte. Dit 'zwevend maaien' garandeert een perfecte bodem- en voerbescherming. De oplegdruk is op een manometer afleesbaar.
Op de kopakker bedraagt de bodemvrijheid 50 cm. Bij het heffen wordt de maaibalk met een stabilisatiecilinder vastgezet. Dit helpt wanneer u over zwaden rijdt, en zorgt tijdens het transport voor stabiliteit.
Beide maai-eenheden worden via een kleine cilinder gestabiliseerd. Dit voorkomt dat ze heen en weer bewegen en dat de aftakas gaat ratelen.
Dankzij de twee montageposities van de maai-eenheden aan de achterkant wordt de werkbreedte van de frontmaaier altijd optimaal benut. Als u een frontmaaier met een breedte van 3 m of 3,5 m gebruikt, bedraagt de overlapping 44 cm.