Grondbewerking legt de basis voor de procestechnische werkstappen voor de daaropvolgende teelt en heeft dus een beslissende invloed op de groei van de planten. Deze vereisen een optimale toevoer van water en voedingsstoffen voor een goede ontwikkeling.
Losse grond met een natuurlijke poriënverdeling zonder beschadiging van de verdichting zorgt ervoor dat de gewassen intensief en diep wortelen. De grote wortelruimte vormt de basis voor een continue opname van voedingsstoffen en bodemwater in de belangrijkste groeifasen. Onderaanbod en tekorten worden voorkomen door de toegenomen opnamecapaciteit van water en voedingsstoffen. Stresssituaties kunnen zo beter door de gewassen worden beheerd.
Voldoende bevoorrade plantenpopulaties zijn vitaler en hebben een hogere weerstand tegen ziekteverwekkers. Dit resulteert in een lagere inspanning op het gebied van gewasbescherming en verhoogt de opbrengst – dat is de basis voor een succesvolle oogst.
Het bewerken van de bodem betekent het veranderen van de structuur van de bodem. Door gerichte akkerbouwmaatregelen wordt de bodemstructuur verbeterd en worden de bodemfuncties hierdoor actief beïnvloed.
De ploeg zorgt ervoor dat de grond losraakt tot kruimeldiepte, waardoor beschadiging van de verdichting in de bovengrond wordt voorkomen. Door de grondbalk te draaien, breekt hij langs zijn natuurlijke structuur. Afhankelijk van het type en de toestand van de bodem, wordt een kruimelstructuur gecreëerd, die de penetratie en groei van de wortels naar beneden vergemakkelijkt.
In losse bodems verandert ook de grootteverdeling en het volume van de poriën. Het hogere aandeel grove poriën leidt tot een snellere opwarming van de bodem door het hogere luchtgehalte en een snellere infiltratie van water.
Werken met een ploeg maakt niet alleen de grond los voor het volgende gewas. De ploegvoor schept een “zuivere tafel”, wat resulteert in verdere gewasvoordelen die een directe invloed hebben op de volgende stappen en gewasontwikkeling.
Door de draaibewerking bevinden zich geen gewas- en plantenresten in de zaadhorizon, aangezien deze betrouwbaar door de ploeg worden opgenomen. Een veilige zaadgroei, met tegelijkertijd lagere eisen aan de zaadtechnologie, wordt gegarandeerd.
Bovendien wordt het onkruidpotentieel verminderd naarmate onkruid en het zaadpotentieel daarvan in het oppervlak worden geploegd. Met name in de biologische landbouw, bij resistent onkruid en in probleemgebieden is de ploeg dus nog steeds een van de middelen om de onkruiddruk uit voorzorg en actief te verminderen.
Plantaardig materiaal en gewasresten aan het oppervlak leiden vaak tot een verhoogde fytosanitaire druk voor toekomstige akkerbouw. Het organische materiaal biedt voor verschillende ziekten een mogelijkheid om te overleven tot de volgende infectie.
De bewezen ploegristers van PÖTTINGER zorgen er samen met de uitgebreide voorbereidende gereedschappen voor dat organische massa wordt opgenomen zonder dat residu achterblijft. Hierdoor wordt de infectiedruk van schimmelziekten zoals Fusarium graminearum (Fusarium graminearum) of DTR-bladdroogte (Drechslera tritici-repentis) in het tarwegewas verminderd, wat leidt tot een gezonder en vitaler plantenbestand en de gewasbeschermingsmaatregelen vermindert.
Het gebruik van de ploeg met een schone inductie ondersteunt ook de bestrijding van schadelijk ongedierte. De verspreiding en vermeerdering van de Europese maïsboorder kan bijvoorbeeld worden beperkt.