Alle PÖTTINGER-aanbouwschudders hebben hun compacte constructie gemeen. Dankzij de korte driepuntsaanbouwbok verlaagt het zwaartepunt van de machine tot zeer dicht bij de tractor. U profiteert van de volgende voordelen:
Betrouwbare inzet op hellingen, ook op de kopakker
Betrouwbaar rijgedrag bij transport over de weg
Inzet van kleinere tractoren mogelijk doordat een lager hefvermogen nodig is
Ruimtebesparende opslag
De aanbouwbok is bij alle schudders als zwenkbok uitgevoerd. Afhankelijk van de grootte van de schudder is die uitgerust met een centrale pen of kogeloog. Zo is voor elke schudder het beste volggedrag en maximale bodemvrijheid op de kopakker gegarandeerd.
Onze aanbouwschudders tot acht elementen zijn uitgerust met een zwenkbok met een verticale rotatie-as en centrale pen.
In de werkstand stelt dit de schudder in staat om te rijden zonder uit te zwenken in bochten. De verticale rotatie-as verhindert bovendien vastlopen bij bergafwaarts rijden.
Bij het heffen van de schudder centreert de centrale pen zich automatisch in de slede, waardoor de machine in de middenpositie wordt gefixeerd. Dit ontwerp garandeert een maximale hefhoogte op de kopakker, zelfs bij gebruik met kleine tractoren, aangezien de schudder niet knikt.
Twee mechanische dempers aan de aanbouwbok zorgen voor een rustige loop van de machine bij gebruik. Die verzekeren een milde centrering, waar u ook bergop van profiteert. Op de kopakker en bij transport over de weg ondersteunen ze de centrering van de centrale pen. Bij de schudders met vier elementen zijn de dempers optioneel.
Aangepast aan de grote werkbreedte van onze schudder met tien elementen en aan de grotere hefhoogte van de hiervoor gebruikte tractoren, beschikt de HIT V 11100 over een zwenkbok met kogeloog in combinatie met lineaire geleider en twee standaard hydraulische centreercilinders.
Tijdens het schudden volgt de machine het spoor van de tractor. De hoge centreerkracht van de hydraulische cilinders zorgt voor een rustig nalopen van de tien elementen zonder zijdelings slingeren. Door de voorspanning van de cilinders wordt vastlopen bij bergafwaarts rijden verhinderd.
Bij het heffen van de machine op de koppakker knikt de schudder eerst in de lineaire geleider (sleufgat) een beetje naar binnen, waardoor de beide hydraulische centreercilinders zo ver mogelijk intrekken, en de schudder zich voorzichtig in de middenpositie zet.