1Instelling eerste ploeglichaam
De basisinstelling van het opgewaardeerde SERVOMATIC-instelcentrum vindt mechanisch plaats met de binnenste draaispindel, gebaseerd op de binnenspoorbreedte van de tractor. Optioneel kan dit eenvoudig worden gedaan met een hydraulische cilinder. De gebogen vorm van het gietijzeren wentelelement bestrijkt een breed bereik voor verschillende spoorbreedtes van de tractor van 1.000 tot 1.500 mm.
2Trekpuntcorrectie
Het trekpunt van de SERVO-ploegen is in de fabriek ingesteld voor normale werkomstandigheden. De vrij slingerende hefarmen van de tractor lijnen de ploeg automatisch uit langs de optimale treklijn, zodat deze door het midden van de achteras van de tractor kan lopen. Dit zorgt voor een optimale krachtoverdracht naar de tractor zonder zijdelingse trekkracht.
Voor speciale vereisten, zoals ploegen op een helling of om de installatiedruk te wijzigen, kan het trekpunt worden afgesteld via een spindel. Als een framezwenkcilinder op de ploeg is gemonteerd, wordt de trekpuntcorrectie daarvan geïntegreerd via een aanslag om de cilinderslag te beperken bij het naar binnen zwenken.
3Hydraulische afstelling van snijbreedte
De snijbreedte van de afzonderlijke ploegristers kan, indien gewenst, hydraulisch worden ingesteld. Afhankelijk van de afstand tussen de risters zijn verschillende snijbreedtes mogelijk. Dankzij de vier-joint-kinematica van het SERVOMATIC-afstelcentrum wordt de eerste voor bij een wijziging synchroon aangepast aan de rest van de risters en wordt het trekpunt geoptimaliseerd.
4Wielvluchtafstelling
De zijwaartse kanteling van de ploeg wordt afgesteld via de wielvlucht en moet worden aangepast wanneer de voordiepte wordt gewijzigd. Hiertoe is de wielvluchtspindel met camberlift ontworpen in een gesloten geleider en kan deze zonder gereedschap worden afgesteld.