Bij de bescherming van wilde dieren komt het aan op het totaal aan genomen maatregelen. Naast de inzet van innovatieve techniek voor het detecteren van wilde dieren zijn ook passende rijstrategieën belangrijk. Het gaat er hierbij om dat de dieren in staat worden gesteld om te vluchten.
De rijstrategie moet afzonderlijk aan de vorm van het perceel worden aangepast. Daarbij is het raadzaam om het terrein een dag van tevoren voor te maaien.
Om ervoor te zorgen dat wilde dieren niet in de bedekking bekneld raken, moet de weide van binnen naar buiten worden gemaaid. Op deze manier kunnen de dieren onder dekking naar omliggende gebieden vluchten.
Als de weide zich naast verkeerswegen bevindt, moet idealiter beginnend vanaf de weg worden gemaaid.
Op deze manier wordt voorkomen dat de dieren in de richting van het verkeer vluchten. Als het gebied aan een bos grenst, is het raadzaam om vanaf de van het bos afgekeerde kant richting het bos te maaien.
Als u tijdens het maaien een reekalf detecteert, heeft u twee mogelijkheden om het dier te beschermen.
Ofwel brengt u het kalfje uit de gevarenzone naar de dichtstbijzijnde bedekking. Of u zet het maaiwerk stop en verlaat het gebied waarin het reekalf zich bevindt.
In beide gevallen is het een voordeel om het dier tevens in een kist "vast te zetten". Zo kan het reekalf niet terug de gevarenzone in. Daarbij is het van doorslaggevend belang om direct lichaamscontact te vermijden, zodat de menselijke geur niet op het dier wordt overgedragen.
Als u ervoor kiest om het reekalfje weg te dragen, kunt u plukjes gras als geurbarrière tussen uw handen en het reekalf gebruiken.